Nina Verheij
Meteen een pittige vraag, ha ha. Ik zou zeggen dat ik een nieuwsgierige, positief ingestelde, schrijvende poezenmoeder ben.
Nieuwsgierig, omdat ik altijd graag wil weten wat er speelt en wat ergens achter schuilt. Positief ingesteld, omdat ik me niet snel uit het veld laat slaan. En schrijvende poezenmoeder spreekt denk ik voor zich. Wie mij volgt op Facebook of Instagram zal regelmatig foto’s van mijn kat Emmy hebben zien langskomen.
Mijn psychologische thrillers ‘Geheugenspel’ en ‘Blinde wraak’ staan op de longlist. Dit zijn het tweede en derde deel van mijn trilogie over de jonge rechercheur Emily Gagliardi.
Op persoonlijk vlak moet Emily in deze whodunnits zien om te gaan met de consequenties van de keuzes die ze in het eerste boek heeft gemaakt. Op werkvlak gaat ze in ‘Geheugenspel’ op zoek naar de dader achter haar vaders dood. Hij is, toen Emily nog klein was, neergeschoten tijdens zijn werk als rechercheur. Daar heeft iemand voor vastgezeten, maar deze man blijkt de moord ten onrechte te hebben bekend.
In ‘Blinde wraak’ vindt Emily op een ochtend een dode vrouw op het dakje naast haar balkon. Ze is prachtig neergelegd als Vrouwe Justitia, met een zwaard, blinddoek en weegschaal. Alleen heeft Emily geen idee wie ze is en waarom ze naast haar huis is achtergelaten. Al snel vinden Emily en het rechercheteam een link met een seriemoordenaar uit de jaren negentig.
Omdat ik verhalen graag vanuit meerdere perspectieven vertel, worden de verhaallijnen in het heden in de gehele trilogie afgewisseld met verhaallijnen in het verleden, waarbij langzaam duidelijk wordt wat deze gebeurtenissen met elkaar te maken hebben.
Als beginnend schrijver vind ik het al een hele eer om op de longlist te staan tussen al die top collega-auteurs. Ik verwacht er voor mezelf daarom verder niet al te veel van, dat lijkt me het veiligst, ha ha.
Van de schrijfwedstrijd ‘Een ijskoude moord’ vermoed ik dat er veel verhalen zullen worden ingestuurd die ervoor zorgen dat je het liefst met een dekentje en een kop thee op de bank kruipt, omdat je er de rillingen van krijgt.
Speechen is helaas niet een van mijn sterke punten. Toen ik tijdens mijn allereerste boekpresentatie mijn publiek te woord moest staan, had ik een hoofd als een tomaat. Waarschijnlijk zou het ook niet heel veel nut hebben om een speech voor te bereiden, omdat ik door de zenuwen toch alles weer zou vergeten. 😉
Waargebeurd bedoel je? Jammer genoeg (of gelukkig?) heb ik niet echt een spannend leven. Een moment waarop ik wel wat angstige gevoelens ervoer, was toen ik in 2016 ’s avonds laat in mijn eentje op de fiets zat in het noordwesten van Australië. Na een gezellig avondje met een andere backpacker fietste ik terug naar mijn eigen hostel, aan de andere kant van Broome. Er gingen verhalen rond dat je ’s avonds beter niet in je eentje op straat kon zijn, maar ja, ik moest toch terug. Op het smalle fietspad was het stikdonker en doodstil. Ik trapte de longen uit mijn lijf en hoopte de hele rit dat ik niemand zou tegenkomen. Uiteindelijk gebeurde dat ook niet en was er dus helemaal niks aan de hand. Alle angst zat alleen maar in mijn hoofd.
Eigenlijk lees ik van alles wat. Ik hou van de detectives van Robert Galbraith, maar ook jeugdboeken en Young Adults van bijvoorbeeld mijn Hamley-collega’s lees ik graag. Dat wissel ik af met non-fictie boeken over schrijven, of andere verhalen die me interessant lijken, zoals ‘Het geschenk’ van Holocaustoverlever Edith Eger. Ook herlees ik wel eens boeken waar ik jaren geleden van genoot, zoals Harry Potter of de historische jeugdboeken van Simone van der Vlugt.
Schrijf de eerste versie alleen voor jezelf. Als je weet dat niemand anders zal zien wat voor kromme zinnen je gebruikt of hoeveel dezelfde woorden je achter elkaar herhaalt, kom je minder snel vast te zitten.
Het is een enge (en toffe) gedachte dat anderen je werk ooit zullen lezen, maar het kan er ook voor zorgen dat je bij de eerste versie al te perfectionistisch wilt zijn. Die eerste versie is alleen bedoeld om jezelf het verhaal te vertellen. Laat je dus vooral niet blokkeren door twijfels, zoals ‘ben ik wel goed genoeg?’ of ‘wie zou dit nou willen lezen?’.
Nee, behalve een keer op de basisschool heb ik nooit meegedaan aan een schrijfwedstrijd. Voordat ik die kans kreeg, had ik al de enorme mazzel dat Hamley Books interesse had in mijn eerste boek. Dus schrijfwedstijden zijn er nooit van gekomen. ‘Geheugenspel’ heeft wel al op twee andere longlists gestaan.
Qua fantasie en verhaallijnen ben ik ondanks alle drama rond haar persoon nog steeds onder de indruk van J.K. Rowling. Hoe ze in de eerdere boeken al hints heeft gestopt naar de latere verhaalontwikkelingen en hoe ze überhaupt zo’n hele tovenaarswereld heeft verzonnen.
Ik zou wel graag willen weten hoe ze dat precies heeft aangepakt. Of ze inderdaad alles al van tevoren tot in detail heeft uitgedacht, of dat ze ook een beetje mazzel had, omdat bepaalde dingen later per ongeluk bleken te kloppen. Ook zou ik wel nieuwsgierig zijn hoe een gemiddelde dag er voor haar uitziet, aangezien ze aan zoveel verschillende projecten werkt.
Aan de lezers van mijn eigen boeken? Tegen hen zou ik willen zeggen: dank jullie wel! Waarschijnlijk hebben jullie niet eens door hoe fantastisch het voor een auteur is als een complete vreemdeling de moeite neemt om hun werk te lezen. Ik vind het ook altijd zo lief als mensen me uit het niets een berichtje sturen om te vertellen dat ze van mijn boek hebben genoten. Dat geeft weer moed om door te gaan met schrijven en me te blijven ontwikkelen.