Een creatieve, eigenwijze, veeleisende duizendpoot.
Na anderhalf jaar in de greep te zijn geweest van een virus is het Nederland van minister-president Koenen in Nevenschade weer redelijk opgekrabbeld. Zijn deal met de Amerikaanse farmaceut Fernstedt Chemicals heeft gezorgd voor een succesvol vaccinatieprogramma en wordt alom bejubeld, maar wat niemand weet is dat de prijs die daarvoor betaald wordt vele malen hoger is dan iemand zou kunnen vermoeden. Een journalist, een arts en een vertaalster van een geheim Chinees document ontdekken op vrijwel hetzelfde moment dat er rare dingen aan de hand zijn in Nederland en gaan op onderzoek uit. Als hun paden kruisen is er voor niemand een weg meer terug.
Met dit gegeven was de kans natuurlijk enorm groot dat Nevenschade meteen in de hoek van de coronathriller gedrukt zou gaan worden. Maar eigenlijk gaat het in Nevenschade – net als in De macht van K., mijn debuutthriller – over macht, geld en vertrouwen. Vooral vertrouwen. Vertrouwen in zakenpartners, in familie en vrienden, en in de overheid. Wat gebeurt er als dat vertrouwen is gebaseerd op leugens en onwaarheden en scheuren gaat vertonen?
Ik hoop dat het leidt tot een belangrijk nieuw podium voor de overtuigende en terechte winnaar. Met de Hermes Thriller Award, de Hebban Thrillerprijs en De Gouden Strop zijn er ineens drie serieuze en ambitieuze juryprijzen voor het thrillergenre en dat is voor iedereen binnen ons geliefde genre superfijn.
Daar hou ik me echt pas mee bezig als het zover is. Maar hij is waarschijnlijk kort en krachtig.
Mijn meest thrillerachtige moment is vaak de scène waarmee ik aan een boek begin. Bij De macht van K. was dat ontsnapping van mijn hoofdpersonage uit het gebouw waar hij werkt. De spanning daar werkte goed als proloog. In Nevenschade is die “eerste scène” ergens midden in het boek terechtgekomen. Om geen spoilers weg te geven, alleen een tipje van de sluier voor mensen die het boek al hebben gelezen: die scène begint als journalist Matthew Dawson wakker wordt in een hotelkamer.
Van jongs af aan spannende boeken. Dat is natuurlijk geen verrassing als je mijn achtergrond een klein beetje kent. Ik moet wel eerlijk bekennen dat ik de laatste jaren iets meer ben doorgeschoven naar de non-fictiekant. Door mijn privésituatie, drukke baan en het schrijven, schiet het lezen van boeken er wel een klein beetje bij in soms. Ik houd me maar vast aan de gedachte dat er ooit een tijd komt dat ik die achterstand weer wat kan inlopen.
Lees – serieus, lees korte verhalen. Goede en slechte. Maar vooral ook van Engelse en Amerikaanse schrijvers. In Groot-Brittannië en de VS maakt het korte verhaal écht deel uit van de schrijf- en leescultuur.
Beperk je – houd rekening met het aantal woorden dat je hebt. Het ergste voor lezers van korte verhalen is dat er teveel draadjes onafgerond blijven. Focus je daarom op de kern van het verhaal. Weet wat je wilt vertellen.
Met De macht van K. haalde ik de shortlist van de Gouden Strop. Mijn boeken mogen natuurlijk niet meedoen met de Hebban-prijzen. Dat is dan meteen ook het enige nadeel van zelf prijzen organiseren.
Hoe vaak denk jij tijdens het schrijven dat je geniaal bent? Ik zou dat aan al mijn favoriete auteurs kunnen vragen.
Alles wat ik kwijt wil aan mijn lezers staat in de boeken die ik heb geschreven en wellicht nog ga schrijven. Aan álle lezers zou ik willen vragen of ze hun favoriete boekhandel willen blijven steunen, bij voorkeur met het kopen van het werk van Nederlandse auteurs.